Hoe richt je een landschap opnieuw in dat ooit werd ontworpen om water buiten te houden, maar nu juist snakt naar meer verbinding met water? In Flevoland komt met Oostvaardersoevers een nieuw luwtegebied als schakelpunt in het eco-systeem: een natuurlijke land-waterovergang die hard nodig is voor het herstel van biodiversiteit en ecologische balans.

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit magazine nummer 6, van platform IJsselmeergebied. 

De oostvaardersdijk vormt een harde grens tussen twee totaal verschillende werelden. Wie er met de auto overheen rijdt, ziet links en rechts een heel ander landschap. Aan de ene kant het open water van het Markermeer, aan de andere kant de Leperlaarplassen en Oostvaardersplassen met hun moerassen. Wat je niet vanuit de auto ziet, is dat die landschappen ook ecologisch gescheiden zijn. Ze wisselen nauwelijks met elkaar uit en functioneren daardoor als losstaande systemen. Lange tijd leek dat geen probleem. Flevoland werd in de tweede helft van de twintigste eeuw aangelegd om Nederland te beschermen tegen water. “Met droogleggen van polders en de aanleg van dijken is dat doel bereikt”, zegt Teun Gerritsen, omgevingsmanager van het project Oostvaardersoevers. “We hebben droge voeten.” Maar de afgelopen decennia is volgens hem ook duidelijker geworden dat deze ingrepen een keerzijde hebben. “Doordat het Markermeer en de moerasgebieden kunstmatig van elkaar zijn gescheiden, kunnen ze geen water, vissen en voedingsstoffen meer uitwisselen”, legt Gerritsen uit. Het gevolg? Het Markermeer verliest voedingsstoffen waardoor de ecologische waterkwaliteit verslechtert, terwijl de moerassen kampen met verdroging. Zo wordt het systeem steeds kwetsbaarder – terwijl we in deze tijd van klimaatverandering juist méér kracht nodig hebben.”

Kop knardijk Oostvaardersdijk

Natuurlijke verbinding

Met een betere verbinding tussen meer en moerassen kunnen die problemen grotendeels opgelost worden. dat is het idee achter de Oostvaardersoevers – een breed gedragen plan om het Markermeer weer in contact te brengen met de Lepelaarsplassen en Oostvaardersplassen.

“Door slimme waterverbindingen kan het water uit het meer straks weer het achterland in stromen”, zegt Gerritsen. ‘Dat beschermt de moerassen tegen verdroging in hete zomers. En doordat het water met nieuwe voedingsstoffen uit de moerassen terugstroomt naar het meer, verbetert daar de ecologische waterkwaliteit. Er worden ook maatregelen getroffen zodat vissen tussen en binnen de gebieden heen en weer kunnen zwemmen.”

Centraal in het plan staat de aanleg van een luwtegebied – een door luwtedammen beschermde land-waterovergang tussen het open water en het moeras waar het voedselrijke water uit de moerassen naar binnen stroomt en enkele weken op natuurlijke wijze wordt vastgehouden. Gerritsen: “Als het water direct uit de moerassen het meer in zou stromen, zouden voedingsstoffen direct naar de diepte zakken. Het luwtegebied zorgt er dus voor dat ze echt ten goede komen aan het Markermeer: algen kunnen zich er ontwikkelen, daar komen kleine organismen op af en die trekken weer vissen, vogels en andere waterdieren aan. Zo ontstaat een nieuw schakelpunt in het ecosysteem: een natuurlijke overgang tussen land en water die nu ontbreekt, en hard nodig is voor het herstel van biodiversiteit en ecologische balans.

Meer dan natuurherstel

Wat het project extra bijzonder maakt, is dat het niet enkel draait om ecologie, maar ook om beleefbare natuur. Gerritsen: ‘We willen dat mensen het gebied straks kunnen ervaren. Binnen Nationaal Park Nieuw Land wordt gewerkt aan landschap waar je kunt wandelen en activiteiten kunt ondernemen, zoals vogels spotten of gewoon van de natuur genieten en het uitzicht.”

Zichtbare maatregelen zoals dammen, watergangen en natuurlijke oevers maken het effect van natuurherstel zichtbaar. Dat is belangrijk voor het draagvlak. “Als natuurprojecten onzichtbaar blijven, is het lastiger om mensen bewust te maken van de noodzaak ervan voor de toekomst”, vertelt Gerritsen.

“Oostvaardersoevers laat zien hoe we meerdere doelen tegelijk kunnen realiseren”, zegt Gerritsen. “Herstel van biodiversiteit, verbetering van waterkwaliteit, klimaatadaptatie én ruimte voor mens en natuurbeleving. Het is een mooi voorbeeld van hoe we in Nederland onze delta opnieuw inrichten. Niet tegen de natuur in, maar samen mét de natuur”, voegt Gerritsen toe.

Van plan naar uitvoering

In het project – dat onderdeel is van PAGW – werken meerdere partijen aan de uitvoering: de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, Provincie Flevoland, Rijkswaterstaat, Waterschap Zuiderzeeland, Staatsbosbeheer en stichting Het Flevo-landschap. “We bevinden ons nu in de planning- en studiefase”, vertelt Gerritsen. “In 2022 is het voorkeursalternatief vastgesteld. Sindsdien werken we aan de technische uitwerking. Er zijn verschillende manieren om het luwtegebied vorm te geven en om de in- en uitstroompunten te realiseren. Dat vergt gedegen onderzoek”, rondt Gerritsen af.

Kijk op deze website om meer te weten te komen over het gebied.