Het kennisprogramma Zeespiegelstijging heeft vier langetermijnstrategieën uitgewerkt om Nederland toekomstbestendig te maken bij zeespiegelstijging. Tijdens het deltacongres op 13 november 2025 is het scenario ‘meegroeien’ gepresenteerd, gebaseerd op nature based solutions (NBS). Sluit deze strategie ook aan op het PAGW-gedachtengoed? We praten in dit interview bij met beleidsmedewerker bij het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur: Jip Peijpe en adviseur ecologie: Anna de Kluijver van RVO.
Toekomstige uitdagingen
Het kennisprogramma onderzoekt hoe Nederland de waterveiligheid kan waarborgen en kan omgaan met toenemende druk op de zoetwaterbeschikbaarheid in een toekomst met 2 tot 5 meter zeespiegelstijging. Een belangrijke vraag is: hoe kunnen wij nu al handelen met het oog op zulke ingrijpende veranderingen? Jip: “We schieten niet meteen in de uitvoermodus, maar we gebruiken de strategie als bouwsteen voor het ontwikkelen van een strategie voor de lange termijn. We benutten daarbij ook de denkrichtingen die Kennisprogramma Zeespiegelstijging in maart 2024 heeft gepresenteerd.”
De eerste denkrichting is Meebewegen door aan te passen aan de gevolgen van de zeespiegelstijging. Dit zijn voornamelijk maatregelen die gevolgen van overstromingen beperken. De tweede mogelijke denkrichting is Beschermen. Anna: “Het huidige waterbeheer voortzetten met onder andere dijkversterking, stormvloedkeringen en sluizen. Vervolgens komt Zeewaarts. Zuidwest-Nederland voorzien van een groot meer voor de kust om hoge rivierafvoering te bergen en verzilting te verminderen. De vierde denkrichting is Meegroeien. Door ruimte te geven aan water, zand en slib kunnen kustgebieden zich op natuurlijke wijze ophogen en geleidelijk meegroeien met de zeespiegel. De denkrichting meegroeien heeft dezelfde ambitie als het gedachtengoed van PAGW. We werken aan een robuuste, natuurlijke en toekomstbestendige Delta. Het mooie is dat natuurontwikkeling onderdeel is van de oplossing voor zeespiegelstijging. Inhoudelijk sluiten ze sterk op elkaar aan, maar ze verschillen in schaal en tijdshorizon en daarmee de mate van ingrijpbaarheid. Hierover is meer te lezen in de streefbeelden.”

Beeld: Foto uit het streefbeeldenrapport van de Rijn-, Maas- en Scheldemonding.
het verdronken land van Saeftinghe
Hoe gaan we straks verder?
“De scenario’s zijn ontwikkeld en voorgelegd. PAGW zoekt graag de samenwerking op, hoe PAGW kan bijdragen aan deze lang termijn-oplossingen. Er moeten ingrijpende keuzes gemaakt worden”, vindt Anna.” We moeten de ecologische waterkwaliteit en waterveiligheid op orde krijgen vanwege klimaatverandering. Ook werkt het Deltaprogramma toe naar een herijking van alle strategieën, eind 2026.” Jip: “Het is voor de PAGW belangrijk om de verbinding te leggen met deze herijking en te agenderen dat ook natuur-inclusieve oplossingen de komende jaren worden betrokken bij de ontwikkeling van strategieën voor de lange termijn.”
Quote Anna: “Er werken veel verschillende partijen aan water en natuur; PAGW zoekt graag de samenwerking op"
Anna: “We werken aan het behoud en versterken van de Deltanatuur en van goede ecologische waterkwaliteit, waarbij klimaatverandering een bedreiging kan zijn. Maar deze denkrichting biedt ook kansen voor twee uitdagingen: het versterken van de natuur en het creëren van een toekomstbestendig Nederland.” Jip beaamt dit en voegt toe: “Dit hoeft niet veel extra geld te kosten. Het vormt een extra inspiratiebron om onze doelen te behalen.”
Focus op de Rijn-, Maas- en Scheldemonding
Hoe concreet is de strategie meegroeien eigenlijk? Jip: “Er zijn twee alternatieven binnen deze denkrichting ontwikkeld: één zonder en één met (natuurvriendelijke) stormvloedkeringen. Voor beide alternatieven is de toename in natuur gekwantificeerd.” Anna vult aan: “Dat gaat voornamelijk over intergetijdengebieden, met ondiep water, platen en de schorren en de kwelders. Daar liggen ook grote opgaven vanuit de natuur. Deze gebieden zijn enorm belangrijk voor trekvogels die afhankelijk zijn van voedsel dat ze op de grens tussen water en land vinden. De nadruk ligt voornamelijk op de Rijn-, Maas- en Scheldemonding.”
Hoe verhouden NBS en meegroeien zich tot de PAGW?
“Zoals Anna al zei heeft de denkrichting Meegroeien veel raakvlakken met de PAGW”, zegt Jip. “Zowel PAGW als meegroeien streven naar een meer open, verbonden systeem, waarin natuurlijke dynamiek de ruimte krijgt en deltanatuur zich kan ontwikkelen. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van de getijdeduiker bij de Marnerwaard waar de PAGW aan heeft bijgedragen.”
De PAGW loopt tot 2050 en de denkrichting Meegroeien kijkt naar ongeveer 2100 en 2200 en verder met meer impactvollere maatregelen. Anna: “Voor de zeespiegelstijging is het voornamelijk belangrijk hoe snel het water stijgt. Slib en sediment komen het systeem binnen. Nature based oplossingen moeten op tijd beginnen, want de natuur heeft tijd nodig. Begin zo snel mogelijk.” De denkrichting Meegroeien laat zien dat het beschermen van Nederland heel goed kan samengaan met ontwikkeling en behoud van deltanatuur, ook bij grote zeespiegelstijging. De kosten zijn vergelijkbaar met andere denkrichtingen die niet bijdragen aan natuurontwikkeling of dit zelfs beperken. Jip: “Het biedt dus zeker kansen voor het behoud en versterken van de ecologische waterkwaliteit en de Deltanatuur.”
Zijn er dan ook risico’s?
“Jazeker”, zegt Jip. “De denkrichting Meegroeien kijkt naar grote zeespiegelstijging van 2 tot 5 meter en pakt de maatregelen daardoor groots aan. Als we niet doorhebben dat Meegroeien over een ander tijdsframe gaat dan PAGW, ontstaat er een scheef beeld. De PAGW en Meegroeien liggen in elkaars verlengde, maar Meegroeien is van een andere orde.”