LESA preverkenning Gelderse Poort
Deze landschapsecologische systeemanalyse (LESA) is onderdeel van de ‘Preverkenning PAGW Gelderse Poort’ (tevens pilotproject voor IRM). Deze preverkenning is een eerste stap naar een pakket van maatregelen en oplossingsrichtingen voor de Gelderse Poort, die de natuur van deze hotspot ten goede moeten komen, in samenhang met een effectiever rivierbeheer.
Uitgangspunt voor de PAGW is het starten vanuit gedegen systeembenadering. Dat wil zeggen dat maatregelen goed dienen te passen bij de kenmerken van het betreffende riviertraject. Op deze manier kan gewerkt worden aan een hoogwaardiger natuurlijk systeem, maar tegelijkertijd biedt het een werkwijze om de natuurdoelen van Natura 2000 duurzaam te realiseren. Door het lokale rivier- en ecosysteem als uitgangspunt te nemen, ontstaan ook maatregelen die duurzamer van karakter zijn.
Om te komen tot een robuust en toekomstbestendig riviersysteem is begrip van het rivier- en ecosysteem en het landschapsecologisch functioneren ervan cruciaal. Dat zegt immers veel over de natuur die daarbij past, en welke onderliggende processen en randvoorwaarden nog aanwezig zijn en in hoeverre deze processen benut kunnen worden voor verder ecologisch herstel. Daarom moet de voorliggende systeemanalyse een onderlegger gaan vormen van alle andere producten die in het traject van deze preverkenning (en daarna) zullen worden opgesteld.
In deze studie beschrijven we het rivier- en uiterwaardensysteem van de Gelderse Poort, incl. enkele inmiddels binnendijks gelegen gebieden. Na het inleidende hoofdstuk gaan we in het tweede hoofdstuk in op de turbulente ontstaansgeschiedenis, waarmee de fysieke basis werd gelegd voor de rivierdynamiek. In het derde hoofdstuk volgt in 6 stappen hoe deze dynamiek in de afgelopen eeuwen gaandeweg aan banden is gelegd en hoe de Gelderse Poort werd tot het gebied wat het nu is. Het hoofdstuk daarna beschrijft de 6 karakteristieke processen binnen de Gelderse Poort, hoe ze nu functioneren en hoe ze op elkaar inwerken. In het voorlaatste hoofdstuk komt de biotische component aan de orde, waaronder de plek die riviergebonden ecotopen innemen in het gebied. Het laatste hoofdstuk geeft en overzicht van de leidende principes als handreiking voor het vervolgproces.