Zuidwestelijke Delta

In de Zuidwestelijke Delta werken we aan een ecologisch veerkrachtig, klimaatbestendig gebied. Dat kan als we de getijdennatuur van het gebied op een aantal plekken herstellen. Daar waar het mogelijk is, brengen we eb en vloed gecontroleerd terug. 

Wat we doen

  • We brengen verbindingen terug. Waar mogelijk brengen we de werking van natuurlijke processen zoals eb en vloed beperkt terug. Zo verbeteren we de waterkwaliteit en de leefgebieden voor planten en dieren.
  • We behouden, herstellen en vergroten leefgebieden.

Zo behouden en ontwikkelen we leefgebieden die van nature voorkomen in een dynamisch systeem. Dit zijn bijvoorbeeld intergetijdengebieden, schorren, slikken, oevers en eilanden. Daarmee geven we een impuls aan planten en dieren, zowel onder water als op het land.

We brengen de getijdennatuur terug

De Zuidwestelijke Delta is het overgangsgebied waar de grootste rivieren van Nederland en België uitmonden in de Noordzee. Een uniek stuk delta, dat zich uitstrekt over Zeeland, de Zuid-Hollandse eilanden en het westelijke deel van Noord-Brabant.

Oorspronkelijke getijdennatuur

Dit gebied is een veranderlijk stelsel van geulen, zandplaten, slikken en schorren. Dit stelsel is in de loop van eeuwen ontstaan door eb en vloed. Afwisselend staat het gebied onder water en valt het droog. Dit maakt de Zuidwestelijke Delta een belangrijk leefgebied voor zeedieren en vogels. Met kraamkamers voor jonge vis, foerageergebieden voor duizenden trekvogels en rustgebieden voor zeehonden.

Ingrijpende veranderingen

De Zuidwestelijke Delta is een netwerk van drukbevaren transportroutes. En het is een belangrijk gebied voor visserij, landbouw, zoetwatervoorziening en recreatie. Bovendien is de delta in de 20e eeuw ingrijpend veranderd. Dit kwam door afdamming en het opknippen van de oorspronkelijke geleidelijke overgangen van rivier naar zee (estuaria). Ingrepen die nodig waren voor de aanleg van de Deltawerken.

Verdwenen leefgebied

In een deel van de bekkens is het oorspronkelijke getijdenkarakter verdwenen. Bijvoorbeeld in de Grevelingen, het Volkerak-Zoommeer en het Veerse meer.In andere bekkens, zoals de Oosterschelde, zijn de stromen van sediment en voedselrijk water veranderd of afgesneden. De Westerschelde is door de vele inpolderingen en het verdiepen van de vaargeul veel intergetijdengebieden en schorren kwijtgeraakt. Voor veel soorten verdween of verdwijnt hierdoor essentieel leefgebied. Wateren die eerder met elkaar verbonden waren, zijn nu van elkaar gescheiden. Planten en dieren kunnen zich niet meer verplaatsen en populaties zijn kwetsbaar.

Op plekken zoals de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer, is het onderwaterleven extra gevoelig voor plaagalgen en exoten. Het stilstaande water wordt niet meer ververst met zuurstofrijk zeewater. Dat leidt zomers tot gebrek aan zuurstof, soms ook tot overlast door algenbloei.

Het herstel van de unieke karakteristieken van de deltanatuur vraagt dan ook om een doordachte aanpak op systeemniveau zoals opgenomen in de PAGW-maatregelen.

Gebiedsagenda

De PAGW-maatregelen zijn onderdeel van de Gebiedsagenda Zuidwestelijke Delta 2050. Deze gebiedsagenda verbindt de brede opgaven in de Zuidwestelijke Delta en geeft inspiratie om met de gezamenlijke partijen verder te bouwen aan een klimaatbestendige toekomst.